B. Woordweb


1. Wat weet je al over de consumptiemaatschappij?
    Schrijf het woord 'consumptiemaatschappij'
    midden op een vel papier en schrijf in een woordweb zoveel mogelijk woorden

    die met de consumptiemaatschappij te maken hebben

 

2. Vergelijk jouw woordweb met het woordweb van een klasgenoot.
    Bespreek de verschillen. Vul je eigen woordenweb aan als je dat wilt

 

3. Sommige woorden in je woordweb zijn positief andere misschien juist negatief.
    Kleur de positieve woorden groen en de negatieve rood.
    Is er één kleur die overheerst?