Opdracht 1 Budgetteren

De hoeveelheid geld waarvan een gezin in een bepaalde periode rond moet komen,

noem je het budget van het gezin. 

Een overzicht van de verwachte inkomsten en de verwachte uitgaven in een bepaalde periode

noem je een begroting.

Met budgetproblemen kun je aankloppen bij het NIBUD, het Nationaal Instituut voor budgetvoorlichting

Door het gebruik van apparaten worden apparaten minder waard. 
Om als het apparaat is afgeschreven een nieuwe te kunnen kopen, moet je geld reserveren.

Voorbeeld
Je koopt een wasmachine voor € 1500,-. 
De verwachting is dat de wasmachine 5 jaar mee kan. 
Je verwacht dat dan een nieuwe wasmachine € 1800,- kost. 
Per jaar moet je dan reserveren:

 

Als je prijzen gaat vergelijken, maar de hoeveelheden zijn niet gelijk,

dan moet je de prijzen omrekenen naar een gelijke hoeveelheid

Voorbeeld
Van een bepaald artikel zijn twee merken te koop.


- Merk A kost € 10,50 voor 6 kilo.


- Merk B kost € 8,10 voor 4,5 kilo.


Welk merk is het goedkoopst?

 

Bereken de prijs per kilo.


- Merk A kost per kilo € 10,50 : 6 = € 1,75


- Merk B kost per kilo € 8,10 : 4,5 = € 1,80

 

Dus merk A is goedkoper dan merk B.